3. Monument WOII

Op de plaats van dit monument stortte een B-17)vliegtuig neer tijdens WOII. Vlakbij, aan de Veldonkhoeve, was een Duits radarstation gelegen.

Op 3 oktober 1944 stortte in de Veldonkstraat in Beel een Amerikaanse B-17 bommenwerper neer. Zondag 11 september werd voor deze bommenwerper een gedenksteen onthuld in aanwezigheid van de zoon van de piloot, Philip Mock. Hoe kwam het zover? 

Op 3 oktober 1944 namen 39 toestellen van de 384 BG deel aan een raid op de raffinaderijen van de Duitse stad Wesseling op de westelijke oever van de Rijn. De toestellen stegen tussen 7u25 en 7u50 op vanaf hun basis Grafton Underwood en verzamelden zich voor hun vlucht naar Duitsland.

Om 9u50 lieten ze de Engelse kust achter zich op een hoogte van 24.000 voet om daarna omstreeks 10u16 de Belgische kust ter hoogte van Oostende te bereiken. Boven de Noordzee viel een motor van één van hen uit uit maar de bemanning besliste om de missie verder te zetten. De propellor van de uitgevallen motor kon echter niet in vaanstand gezet worden en door de verhoogde weerstand kon de piloot John Mock de formatie moeilijk bijhouden.

Ondanks deze problemen slaagde de bemanning erin het doelwit te bereiken en hun bommen te droppen. Toen een tweede motor op de terugweg geraakt werd door het Duitse afweergeschut moest de bemmaning de formatie definitief verlaten besliste John Mock om een noodlanding uit te voeren op een Belgisch vliegveld. Andere piloten van der formatie hoorden hoe John instructies vroeg om te laden op Melsbroek, dat op dat moment reeds bevrijd was op de Duitsers.

Door de lage bewolking kon de bemanning enkel beroep doen op hun instrumenten om te navigeren en toen er geen radiocontact meer kon gemaakt worden met de diensten op Melsbroek besloot de piloot om de bemanning het bevel te geven om het toestel met hun parachutes te verlaten. Het was immers te gevaarlijk om op lage hoogte te blijven rondcirkelen met slechts twee werkende motoren. Piloot John Mock was de laatste die het toestel verliet en toen hij neerdaalde met zijn parachute zag hij hoe zijn toestel te pletter sloeg op een gebouw waarvan hij dacht dat het een schuur was.

Op 3 oktober 1944 werd de familie Van Der Veken, die net aan hun middagmaal begonnen waren, opgeschrikt door een enorm lawaai. Zoon Felix liep naar buiten en zag hoe een groot deel van hun woning in brand stond. Overal lagen er brokstukken van een vliegtuig. Een van de grote motoren had zich door het dak van de stal geboord waardoor een paard gedood werd. De buurtbewoners kwamen toegesneld en hielpen de familie om de brand te blussen. Engelse soldaten waren snel ter plaatse, een van hen werd gewond door een van de kogels die door de brand ontploften en in het rond vlogen.

De familie Van der Veken, die door de crash dakloos geworden was, vond tot 1947 hun onderdak in een van de barakken van het Duitse radarstation die vader had gekocht en overgebracht had naar hun erf.

De resten van het toestel werden door de inwoners en ijzerhandelaars gesloopt, de Familie Van der Veken gebruikte de staartkoepel lange tijd als witloofkachel en kon tevens een propellerblad recupereren.

Locatie

Hoevestraat,

3120 Tremelo