15. Veldonkhoeve
Dit is één der oudste woonkernen van de vroegere Werchterse gehuchten van over de Laak. Reeds in 1156 hoorden ze toe aan de Norbertijner abdij van Park te Heverlee. Eén van de abten, Simon Wouters, werd hier geboren.
Aan het einde van de 13e eeuw werd de rechtstreekse exploitatie vervangen
door een pachtsysteem. ln de 17e eeuw werd de hoeve op de kaarten vermeld als het "Ooievaarsnest". De stoere hoeve, in middeleeuwse bouwtrant, ging in vlammen op tijdens de Eerste Wereldoorlog. De huidige boerderij werd in de jaren twintig gebouwd en is ook bekend onder de naam Vellinckhoeve.
Tijdens WOII was hier een Duits radarstation gelegen.
In het najaar van 1941 werd onder leiding van Oberleutnant Stegemann begonnen met de bouw van een radarstation op de weide van de Veldonckhoeve langsheen de Hoevestraat om de geallieerde bommenwerpers te dwarsbomen. Een aantal lokale zelfstandigen en bewoners zouden hierbij helpen.
De meeste barakken werden als bouwpakketten aangevoerd en ter plaatse op betonnen palen boven de grond gemonteerd.
In een ijltempo werden er verblijven voor de bewoners van het kamp gebouwd, alsook een keuken, garages, een wasserij en zelfs een cinema.
De 'Gefechtstand', het zenuwcentrum van het kamp werd centraal geïnstalleerd en was streng verboden en bewaakt gebied. Ter hoogte van de Ketelberg werd er tevens een schietstand ingericht.
Het radarstation kreeg als codenaam 'Meise'.
Zoals elk station werd 'Meise' uitgerust met twee radars, een Freya lange afstandsradar met een reikwijdte van 150 km en twee radars voor de korte afstand van het type Wurzburg.
Achter de parabool antenne werd de controlekamer gebouwd waarin het aandrijfmecanisme en de electronische apparatuur van de radar werd ondergebracht. Deze cabine bood ook onderdak aan een team van 6 personen (Geratefuhrer, Seitenpeiler, Hohenpeiler, Entfernungs-peiler, Entfernungsableser en Hohenableser) die nodig waren om de radar te bedienen.
In Tremelo stond een van deze teams onder leiding van Unteroffizier Deller.
Omdat via die radarstations zware verliezen werden toegebracht aan het Bomber Command zochten de Britten naar een mogelijkheid om deze te misleiden. Zo kwamen zij op het idee om grote hoeveelheden stroken aluminium folie te droppen.
Deze stroken van 30 cm lang en 1,5 cm breed werden met tussenpauzes van 1 minuut in bundels van 1000 stuks uitgegooid. Op die manier werden de Duitse radars verstoord en konden hun bedieners de posities van de echte bommenwerpers niet meer bepalen.
De installatie van het kamp aan de Hoevestraat zou voor vele inwoners een probleem veroorzaken. De zone errond werd door de Duitse bezetter uitgeroepen tot 'Spergebiet' dat enkel mits toelating van de Lagercommandatur mocht betreden worden. In het huis van Fokke Jennes aan het begin van het Spergebiet werd een wachtpost geïnstalleerd, over de straat werd een slagboom opgetrokken.
De inwoners van de Hoevestraat mochten in hun huizen blijven maar wel onder zeer strenge voorwaarden, zo moesten ze hun paspoort inleveren telkens zij de zone binnenkwamen. De boeren die hun graan lieten malen in de watermolen mochten echter het gebied niet betreden, hierdoor was de maalder verplicht om het graan op te halen aan de ingang van dit Spergebiet, nadien moest hij het meel ook op deze plaats weer afleveren aan zijn klanten.
Marcel Verhaegen, die langs de Veldonkstraat woonde, had een toelating om de Hoevestraat te gebruiken om op die manier zijn velden aan de andere kant van het Spergebiet te bereiken. In ruil moest hij tijdens de Kerstperiode wel zijn ezel afstaan zodat die kon gebruikt worden in de Kerststal van het Lager.
Jef Van Espen, die in de maalderij van De Meyer werkte heeft ooit onder begeleiding van Feldwebel Josef Dorniak een bezoek gebracht aan de Gefechtsstand maar was zo onder de indruk dat hij zich snel weer uit de voeten maakte.
Na het einde van de oorlog werden de barakken eigendom van de gemeente die deze ten dienste stelde (verkocht) aan de inwoners die tijdens de oorlog hun huis waren kwijtgeraakt. Zo woonden oa de familie De Winter uit Tremelo in een van de barakken omdat hun woning door een V1 bom vernield werd.
Ook de familie Van Der Veken verhuisde een van de barakken naar hun erf nadat de B-17 bommenwerper op 3 oktober 1944 op hun huis neerstortte. De stenen van de wasserij werden naar verluid gerecupereerd en gebruikt om een woning in de Diestsebaan te bouwen.
Locatie
Hoevestraat 8,
3120 Tremelo