22. Schoutsehoeve

De schoutsche hoeve, d.w.z. hoeve van de Schout. Een schout of drossaard was vóór 1800 de gerechtelijke officier van politie op het platteland. Hij vervolgde misdadigers, was openbaar aanklager voor het gerecht en stond in voor de strafuitvoering.

In de jaren 1960 besloot de familie d'Ursel hun eeuwenoud familiedomein te Baal openbaar te verkopen en werd het hele domein, rond de Stijn Streuvelslaan, verkaveld. De Schoutsehoeve bestaat nog maar de grote Kempische schuur met haar machtig eikenhout dakgebinte, de eeuwenoude beukendreef en de erbij horende veldkapel, toegewijd aan O-L-Vrouw van Lisp, hebben de verkavelingswoede niet overleefd.

Tot slot nog dit volksverhaal over de Schuttershoeve mij verteld op maandag 14 juni 1970 door Fons Van Dijck (°Baal 8/11/1898), op de Pandhoeve beter gekend als Fons Vermeulen. Ooit kwam er in de Schuttershoeve regelmatig een zwarte kat langs het moosegat (afvoer) de hoeve binnengekropen, dit tot groot ongenoegen van de bewoners. Er werd besloten de zwarte kat met geweld te verdrijven. Een bewoner dreef de kat in het nauw en wierp zijn kapmes naar de kat waardoor de kat haar voorste poot verloor. Een paar dagen later vernam men dat een vrouw in de buurt haar hand kwijt was. Van toen af werd deze vrouw als een heks aanzien.