Natuurvergunning
Een natuurvergunning is nodig voor het wijzigen van vegetatie en van kleine landschapselementen in bepaalde gebieden (groen-, park- en bosgebieden, in agrarische gebieden met een bijzondere waarde…)
Wijzigen van vegetatie betekent onder meer:
- het afbranden, vernietigen, beschadigen of doen afsterven van de vegetatie met mechanische of chemische middelen
- het wijzigen van historisch permanent grasland
- het wijzigen van het reliëf.
Met 'vegetatie' wordt iedere begroeiing (perceelsdekkend) - op een (half)natuurlijke manier ontstaan of door de mens gecreëerd - bedoeld.
De meest typerende vegetaties zijn: bossen, droge of vochtige graslanden maar ook moerassen, rietvelden, duinbegroeiingen, ...
Met wijzigen van kleine landschapselementen wordt bedoeld:
- het verwijderen en beschadigen van houtachtige beplantingen op weg-, waterweg- of spoorwegbermen of op de helling van holle wegen;
- het verwijderen en beschadigen van dijken of taluds, van heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen en hoogstamboomgaarden;
- het uitgraven, verbreden, rechttrekken, dichten van poelen of waterlopen, enz.
De natuurvergunningsplicht is van toepassing in volgende gebieden:
- "de groene bestemmingen" op het gewestplan: groengebieden, parkgebieden, buffergebieden, bosgebieden;
- "de geel-groene bestemmingen" op het gewestplan: valleigebieden, brongebieden, natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of bijzondere waarde;
- de internationaal beschermde gebieden: EU-Habitatrichtlijngebieden, EU-Vogelrichtlijngebieden, Ramsargebieden.
Voor wat betreft het wijzigen van kleine landschapselementen (KLE) heb je ook een natuurvergunning nodig in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en puur agrarisch gebied.
Voorwaarden
Een aantal wijzigingen van vegetaties en KLEs, in sommige gebieden zijn meldingsplichtig
- het rooien of verwijderen en beschadigen van struwelen, loofbossen, houtachtige beplantingen op weg-, waterweg-, of spoorwegbermen of op het talud van holle wegen, van houtachtige beplantingen langs waterlopen, dijken, taluds van heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen en hoogstamfruitboomgaarden ;
- het uitgraven, verbreden, rechttrekken, dichten van stilstaande waters, poele, of beken.
Voorwaarden
In Vlaanderen is het verboden bepaalde kleine landschapselementen en vegetaties te wijzigen zonder vergunning. Vooraleer over te gaan tot het wijzigen van bijvoorbeeld poelen, graslanden, bomenrijen, … vraag je best altijd informatie aan de milieudienst.
Hoe aanvragen
Een aanvraag tot natuurvergunning of melding kan op een voorgeschreven formulier, gericht aan het college van burgemeester en schepenen.
Regelgeving
Ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, keurde de Vlaamse Regering op 23 juli 1998 het besluit goed met de bepalingen over het wijzigen van vegetaties en kleine landschapselementen.
Dit besluit komt in de plaats van het oude vegetatiebesluit van 4 december 1991.
Uitzonderingen
De natuurvergunningsplicht geldt NIET op huiskavels van een vergunde woning of bedrijfsgebouw gelegen binnen een straal van 100 meter rond het gebouw (dit wordt 50 meter indien het om een groene bestemming gaat).
De natuurvergunning is ook niet verplicht indien je reeds over een stedenbouwkundige vergunning beschikt waarbij advies van de Afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd gevraagd (bv voor het kappen van een boom).
Verder is het ook niet nodig indien de werken kaderen in een goedgekeurd beheersplan (bv. voor een natuurreservaat, bossen) of indien het gaat om normale onderhoudswerken.
De meldingsplicht geldt NIET:
- in gebieden waarvoor de natuurvergunning voor wijziging van kleine landschapselementen verplicht is
- in de woongebieden
- in de industriegebieden
- in landschappelijke waardevolle agrarische gebieden